Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [6]Het einde, [7][dat God] gesteld heeft voor de [8]duisternis, en [9]al het uiterste onderzoekt [10]hij; het gesteente der [11]donkerheid en der schaduw des doods. 6. Dat is, de uiterste grenzen van alle groeven, kuilen, holen en spelonken der aarde. 7. Anderen voegen hier in het woord mens, en vertalen vs.3 aldus: [De mens] stelt een einde voor de duisternis en voor alle voleinding, die hij onderzoekt, als het gesteente der donkerheid en des doods schaduw. 8. Versta de dingen, die in het allerdiepste en duisterste der aarde verborgen liggen, als metalen, gesteenten, enz., gelijk blijkt uit de volgende woorden. 9. Of, alle volmaaktheid; datis al wat dienstig is om enige werken daaruit of daarmede te maken. 10. Te weten, de mens. 11. Dat is, hetwelk in het donker is. Van des doods schaduw, zie boven, hfdst.3 vs.5.